noruego

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / no.ˈɾwe.ɰo /
Woordafbreking
  • no·rue·go
enkelvoud meervoud
noruego noruegos

Zelfstandig naamwoord

noruego m

  1. Noor
  2. (taal) Noors
  enkelvoud meervoud
mannelijk noruego noruegos
vrouwelijk noruega noruegas

Bijvoeglijk naamwoord

noruego

  1. Noors

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.