nostalgicus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nostalgicus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- nos·tal·gi·cus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nostalgicus | nostalgici |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de nostalgicus m
- persoon die verlangt naar het herstel van het verleden; persoon die het verleden verheerlijkt; persoon die heimwee heeft naar het verleden
- ▸ Als Kron daarop wees, werd hij een hopeloze nostalgicus genoemd en zakte zijn dochter Kathrin door de grond van schaamte.[1]
Gangbaarheid
- Het woord nostalgicus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.