notch

Engels

Uitspraak
  • Geluid:
  • IPA:
Woordafbreking
  • notch
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
notch notches

Zelfstandig naamwoord

notch

  1. inkeping, insnijding, keep
  2. graad [1], mate
  3. (geologie) bergpas
vervoeging
onbepaalde wijs to  notch 
he/she/it  notches 
verleden tijd  notched 
voltooid
deelwoord
 notched 
onvoltooid
deelwoord
 notching 
gebiedende wijs  notch 

Werkwoord

notch

  1. overgankelijkinkepen, insnijden
  2. overgankelijk (een overwinning e.d.) behalen, binnenhalen
  3. overgankelijk noteren, vastleggen

Verwijzingen

  1. notch, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.