nuevo

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈnwe.βo/
Woordafbreking
  • nue·vo
enkelvoud meervoud
nuevo nuevos

Zelfstandig naamwoord

nuevo m

  1. nieuweling, nieuwkomer
Synoniemen
  enkelvoud meervoud
mannelijk nuevo nuevos
vrouwelijk nueva nuevas

Bijvoeglijk naamwoord

nuevo

  1. nieuw, nieuwbakken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.