obirupsvogel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  obirupsvogel    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • obi·rups·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord obirupsvogel obirupsvogels
verkleinwoord obirupsvogeltje obirupsvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

deobirupsvogelm

  1. (zangvogels) Edolisoma obiense  een zangvogel uit de familie rupsvogels (Campephagidae ). Eerder werd deze vogel beschouwd als een ondersoort van de sahoelrupsvogel (E. tenuirostre), die toen nog monniksrupsvogel heette. Deze vogel komt voor op de eilanden Obi en Bisa in de Molukken. De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd maar de soort wordt omschreven als schaars
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'obirupsvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.