objectiviteit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: objectiviteit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ob·jec·ti·vi·teit
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van objectief met het achtervoegsel -iteit
- afgeleid van het Franse objectivité (met het achtervoegsel -iteit) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | objectiviteit | objectiviteiten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de objectiviteit v
- op feiten gericht en gebaseerd
- De journalist probeerde de objectiviteit niet te verliezen toen hij verslag deed van de aanval op zijn stad.
- Een rechter die op de een of andere manier bij de zaak is betrokken mag niet rechtspreken in die zaak, omdat dan zijn objectiviteit in twijfel getrokken kan worden.
Synoniemen
- onvooringenomenheid, onbevangenheid, onpersoonlijk
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord objectiviteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "objectiviteit" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.