observer

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  observer (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /əbˈzɝvɚ/
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  observe ww  met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
observer observers

Zelfstandig naamwoord

observer

  1. waarnemer, observator
  2. nalever

Gangbaarheid

99 %van de Amerikanen;
99 %van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  observer    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔp.sɛʁ.ve/
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
observer
observais
observé
volledig

Werkwoord

observer

  1. overgankelijk naleven, volgen
  2. overgankelijk observeren, waarnemen, gadeslaan, opmerken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.