occasie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  occasie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔˈkazi/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • oc·ca·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord occasie occasies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deoccasiev

  1. mogelijkheid, kans, gelegenheid
    • Schip de Bloemtuijn legde die reis in tegenovergestelde richting af: de schipper zag dat er 'geen occasie was binnen Texel te comen'. Uiteindelijk is het schip 21 januari 'met groot perikel door het ijs heen, in de haven van Goeree gecomen'. [3] 
    • In oudere drukken vervang je soms wel een enkel woord, omdat de betekenis ervan bij veel hoorders niet meer bekend is. Ik denk dan bijvoorbeeld aan ”occasie” (gelegenheid), ”discoursen” (gesprek), ”slimmer” (erger), ”malkanderen” (elkaar) en ”werwaarts” (waarheen).” [4] 
  2. tweedehands auto
    • Sinds Dieselgate zit de dieselwagen in het verdomhoekje, en dat uit zich nu ook op de tweedehandsmarkt. Zocht in 2014 nog 72,7 procent van de Belgen naar een diesel wanneer hij een occasie kocht, dan is dat dit jaar nog 40,9 procent. [5] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord occasie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
50 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.