oligopolie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oligopolie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oli·go·po·lie
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Griekse 'polein' (verkopen) met het voorvoegsel oligo- en met het achtervoegsel -ie [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord oligopolie oligopoliën
oligopolies
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetoligopolieo

  1. (economie) marktsituatie waarbij een bepaald product of dienst door slechts een paar grote aanbieders wordt aangeboden
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oligopolie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
57 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.