olympiër

Niet te verwarren met: Olympiër

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  olympiër    (hulp, bestand)
  • IPA: /oˈlɪmpijər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • olym·pi·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord olympiër olympiërs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deolympiërm

  1. (sport) sporter die heeft meegedaan aan de Olympische Spelen
    • Bij de Meerkampwedstrijd van AV De Spartaan in Lisse heeft de Enschedese Marleen Baas het nationaal record voor C-junioren van Olympiër Nadine Visser verbeterd. Baas kwam tot een totaal van 4775 punten, een verbetering van 70 punten van het oude record. [1] 
    • Ireen Wüst heeft een nieuwe sponsor en ploeg. De meest succesvolle Nederlandse olympiër ooit heeft samen met Esmee Visser een contract getekend bij de Enschedese investeringsmaatschappij Infestos. [2] 
    • Ook al heeft hij de zwemtocht niet voltooid. Op sociale media regent het complimenten en respectbetuigingen voor de "indrukwekkende en grootse prestatie" van de Olympiër. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord olympiër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Tubantia H. van Schuppen 8 juli 2018 Nationaal Record meerkamp voor Marleen Baas
  2. Tubantia J. van de Woestijne 31 juli 2018 Enschedese sponsor voor Ireen Wüst
  3. Tubantia K. van Santen, S. van Zwienen & M. van Ast 20 augustus 2018 Elfstedentocht Van der Weijden eindigt in ziekenhuis
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.