omhouden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omhouden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·hou·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omhouden
hield om
omgehouden
klasse 7 volledig

Werkwoord

omhouden

  1. zorgen dat iets om de nek, middel, pols of ander deel van het lichaam blijft
    • Hij hield zijn sjaal om zodat hij niet verkouden kon worden. 
    • Hij hield zijn horloge om tijdens het zwemmen. 
    • Het kind hield de zwemband om tijdens het spelen in de zee. 

Gangbaarheid

  • Het woord omhouden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.