omkeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omkeren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔmkerə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • om·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omkeren
keerde om
omgekeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

omkeren

  1. ergatief omdraaien en terugkeren
    • Daarna was hij maar omgekeerd, omdat het te laat begon te worden. 
  2. overgankelijk omdraaien: de andere zijde boven- of voorleggen
  3. overgankelijk omdraaien: in het tegenovergestelde doen veranderen
  4. wederkerend zich ~: zich omdraaien
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord omkeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.