omzwalken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omzwalken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·zwal·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

omzwalken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omzwalken
zwalkte om
omgezwalkt
zwak -t volledig
  1. met een schip ronddolen
  2. rondzwerven in het algemeen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord omzwalken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
47 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.