ronddolen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ronddolen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rond·do·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

ronddolen

stamtijd
onbepaalde
wijs		 verleden
tijd		 voltooid
deelwoord
ronddolen
doolde rond
rondgedoold
zwak -d volledig
  1. zonder duidelijk doel of richting ergens bewegen
    • "Het ronddolen in en het bestuderen van de natuur geeft kracht aan allen, die geestelijk en lichamelijk lijden." [1] 
    • Zwangere vrouwen en moeders met jonge kinderen die ronddolen in een provisorisch kamp aan de Grieks-Macedonische grens.[2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ronddolen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. ↑ Catharina Cool
  2. ↑ Reformatorisch Dagblad Michiel Bakker 25-11-2016 Griekse ouderling nam zes Syrische vluchtelingen in huis
  3. ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.