onaangenaamheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onaangenaamheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔnˈaŋɣənamhɛit/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • on·aan·ge·naam·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onaangenaamheid [2]: onaangenaamheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deonaangenaamheidv

  1. vermogen een negatief gevoel te veroorzaken
    • Justitie moet snel kunnen straffen en de straf moet als onaangenaam worden ervaren. Nu ontbreekt het zowel aan snelheid als onaangenaamheid. [2]
  2. iets wat een negatief gevoel veroorzaakt
    • De reeks atoomproeven, de beslissing de dienstplicht af te schaffen, de kandidatuur van Jean-Claude Trichet voor het presidentschap van de nieuwe Europese centrale bank, het waren evenzovele verrassingen voor een onthutste Duitse kanselier die dit allemaal onvoorbereid over zich heen moest laten gaan. Na de laatste onaangenaamheid, de onduidelijkheid over de Frankfurtse ambtstermijn van Duisenberg, sloten Chirac en Kohl in Avignon overigens uitbundig vrede. [3]

Gangbaarheid

  • Het woord onaangenaamheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.