onbetrouwbaarheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onbetrouwbaarheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·be·trouw·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onbetrouwbaarheid onbetrouwbaarheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deonbetrouwbaarheidv

  1. het niet te vertrouwen zijn van iets of iemand
     Een van de advocaten schreed majestueus naar de microfoonstandaard voor de verdediging en begon een lange klaagzang over de wetenschappelijke incompetentie, bewezen partijdigheid en daarmee wraakbaarheid, twijfelachtige onderzoeksethiek en algemene onbetrouwbaarheid van de getuige.[1]
Synoniemen
Antoniemen
    Vertalingen

    Gangbaarheid

    • Het woord onbetrouwbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

    Meer informatie

    Verwijzingen

    1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
      “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.