onbevoegd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onbevoegd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·be·voegd
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onbevoegdonbevoegderonbevoegdst
verbogen onbevoegdeonbevoegdereonbevoegdste
partitief onbevoegdsonbevoegders-

Bijvoeglijk naamwoord

onbevoegd

  1. zonder bevoegdheid ofwel toestemming
    • Ik heb geenen grond gevonden waarop zoodanige bevoegdheid van het openbaar ministerie zou rusten en acht het dus tot zoodanig oordeel onbevoegd. [1]
  2. (juridisch) zonder certificaat/beëdiging e.d.
    • Onbevoegd lesgeven. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onbevoegd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Oudeman
    , A.; G. Diephuis (1848). Opmerkingen en mededeelingen betreffende het nederlandsch regt, deel 4, p. 275. Uitg.: Wolters.
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.