onbevoegdheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onbevoegdheid    (hulp, bestand)
  • IPA:
Woordafbreking
  • on·be·voegd·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onbevoegdheid onbevoegdheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deonbevoegdheidv

  1. het niet bevoegd zijn
    • Onbevoegdheid tot gezag. 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord onbevoegdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.