oneindigheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oneindigheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·ein·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oneindigheid oneindigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deoneindigheidv

  1. van een zaak dat ze zonder einde is, dat er geen grens aan is
    • Het duurde een oneindigheid voordat de dokter eindelijk eens de patiënt onderzocht. 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord oneindigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.