onenig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onenig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·enig
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van een met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onenigonenigeronenigst
verbogen onenigeonenigereonenigste
partitief onenigsonenigers-

Bijvoeglijk naamwoord

onenig [1]

  1. niet eensgezind zijn; een verschillende mening of opinie hebbend
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord onenig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.