ongegrondheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ongegrondheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·ge·grond·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ongegrondheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deongegrondheidv

  1. (figuurlijk) van iets dat er geen enkele fundering of basis voor is in de werkelijkheid
     Dat mankeerde er nog maar aan! onderbrak de freule hem sardonisch glimlachend, terwijl ze hem op dezelfde manier bleef aankijken. Ik ben een vrouw, volgens u zijn alle vrouwen dom, maar ik weet tenminste dat een onwettige zoon niet kan erven... Un beaard, voegde ze eraan toe, alsof ze de vorst met dit Franse woord de ongegrondheid van zijn verhaal afdoend kon aantonen.[2]
     Ik kan mij niet meer aan de indruk onttrekken, dat de betreffende vergaande eenzijdige uitleg van een dergelijk fragmentje de herziening voor mijn cliënt Bouterse, waarin ik inmiddels in een vergevorderd stadium verkeer en de volstrekte ongegrondheid van die veroordeling zou kunnen aantonen, moet belasten."[3]

Gangbaarheid

  • Het woord ongegrondheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028251151
  3. Weblink bron “Reactie van de advocaat van Piet W.” (16-09-2012), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.