onnadenkend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onnadenkend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɔnaˈdɛŋkənt/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • on·na·den·kend
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onnadenkendonnadenkenderonnadenkendst
verbogen onnadenkendeonnadenkendereonnadenkendste
partitief onnadenkendsonnadenkenders-

Bijvoeglijk naamwoord

  1. zonder over iets na te denken, oppervlakkig, lichtzinnig
    • Ze sprak op de onnadenkende wijze, die de jeugd eigen is. 
    • Je kwetst me met die onnadenkende opmerking. 
    • Hij is onnadenkend en onkritisch te werk gegaan 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord onnadenkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.