onpasselijkheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onpasselijkheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·pas·se·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onpasselijkheid onpasselijkheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deonpasselijkheidv

  1. vorm van misselijkheid en onwelbevinden
     De heftigste zeeziekte was voorbij. Ik voelde niets meer, los van een heel klein beetje onpasselijkheid, die ik verwelkomde want die was zo vertrouwd inmiddels en zoveel aangenamer dan de hel van de uren ervoor.[2]
     Vooral mensen die moeilijk kunnen omgaan met onzekerheid, zijn erg vatbaar voor cyberchondrie. Als je ‘buikpijn’ op een zoekmachine intikt, kom je al snel uit bij gezondheidsportalen waarop meestal een overgevoeligheid voor lactose, fructose, gluten, histamine of een andere stof als verklaring voor je onpasselijkheid wordt aangedragen.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onpasselijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Noorderlicht” (2021), de Crime Compagnie, ISBN 9789461094766
  3. Weblink bron “Waarom iedereen plotseling ‘allergisch’ is voor gluten” (20/07/2015), HP de Tijd
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.