ontdopen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontdopen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔnˈdopə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ont·do·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  dopen ww  met het voorvoegsel ont-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontdopen
ontdoopte
ontdoopt
zwak -t volledig

Werkwoord

ontdopen

  1. overgankelijk (religie) (christelijk) schrappen uit het doopregister, verlating van een geloofsgemeenschap bevestigen
     Hij had zich laten ontdopen, nadat het Vaticaan botweg had laten weten zijn neus op te halen voor het inzegenen van homoseksuele relaties.[1]

zich ontdopen

  1. wederkerend (religie) (christelijk) officieel een geloofsgemeenschap verlaten
     Jan Van Impe ontdoopte zich samen met vrienden uit de buurt.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord ontdopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron Gearchiveerde versie
    Tine Danckaers
    “‘Hoezo, ik laat me ontdopen en dat maakt geen verschil voor de Kerk?’” (5 april 2021) op mo.be
  2. Weblink bron
    Petra de Koning
    “Belgen laten zich massaal 'ontdopen'” (17 sep 2010) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.