ontslaken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontslaken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·sla·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

ontslaken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontslaken
ontslaakte
ontslaakt
zwak -t volledig
  1. losmaken, vrijlaten
  2. iets luid zeggen; een kreet slaken

Gangbaarheid

  • Het woord 'ontslaken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
30 %van de Nederlanders;
31 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.