vrijlaten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vrijlaten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvrɛilatə(n)/ (3 lettergrepen)
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
vrijlaten
vrijlating
Woordafbreking
  • vrij·la·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vrijlaten
liet vrij
vrijgelaten
klasse 7 volledig

Werkwoord

vrijlaten

  1. overgankelijk (ordehandhaving) toestaan om uit gevangenschap weg te gaan
    • De Egyptische betogers zijn inmiddels weer vrijgelaten. 
  2. overgankelijk onbezet houden zodat je er gemakkelijk door kan
    • Voor onze veiligheid moeten we de brandtrappen altijd vrijlaten. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vrijlaten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.