onttronen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onttronen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔn'tronə(n)/
Woordafbreking
  • ont·tro·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onttronen
onttroonde
onttroond
zwak -d volledig

Werkwoord

onttronen

  1. overgankelijk iemand van de macht beroven
    • Deze wrede heerser werd onttroond door een volksopstand. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onttronen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.