ontvlechten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontvlechten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·vlech·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

ontvlechten [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontvlechten
ontvlocht
ontvlochten
klasse 3 volledig
  1. uit elkaar halen van wat samengevoegd is
     Mogelijke opties zijn toeritdosering, het verlengen van een weefvak en het volledig ontvlechten van de kruisende verkeersbanen bij de knooppunten.[2]
     Senior Roijé moet een voorstel doen om de familietoko te ontvlechten. Het geding wordt tot half januari aangehouden.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ontvlechten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Bjorn Weinreder
    “Groot onderzoek naar knooppunten Azelo en Buren: snelwegen moeten veiliger” (04-10-2019), Tubantia
  3. Weblink bron “Hengeloos ‘Familiediner’ om fysio-praktijk escaleert” (14-12-2016), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.