ontvluchting
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontvluchting (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·vluch·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van ontvluchten met het achtervoegsel -ing[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | ontvluchting | ontvluchtingen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ontvluchting v
- de keer dat men zich bevrijdt uit een gevaarlijke situatie of gevangenschap
- ▸ De gemeente ziet daarom meer in gerichte informatiecampagnes. Daarnaast zijn vanaf juni volgend jaar rookmelders in woningen verplicht. "Dit is een belangrijke stap", stelt Balster. "Het lost het probleem met onvoldoende brandwerendheid niet op, maar de kans op tijdige ontdekking van brand, tijdige ontvluchting en het voorkomen van slachtoffers wordt hierdoor substantieel verhoogd."[2]
- ▸ Edwarda hield toch contact met hem. De andere Grieken bezorgden haar iedere dag een brief van Saul. De kwestie leek met een sisser af te lopen. De kampcommandant liet zich omkopen en stopte de zaak van de ontvluchting in de doofpot.[3]
Synoniemen
- ontsnapping, uitbraak, vluchtpoging, vlucht, ontkoming
Gangbaarheid
- Het woord ontvluchting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Rapport brand Den Haag: huizen voldeden niet aan bouwregels” (Woensdag 10 november 2021, 20:41), NOS
- ↑ Weblink bron “De Romeo en Julia van concentratiekamp Warschau” (Vrijdag 4 mei 2012, 07:52), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.