onwaarde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onwaarde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·waar·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onwaarde onwaardes
onwaarden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deonwaardev

  1. waardeloosheid, nulliteit
  2. iemand zonder enig belang
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord onwaarde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.