oogontsteking

Nederlands

Uitspraak
  • IPA: /ˈogɔntˌstekɪŋ/
Woordafbreking
  • oog·ont·ste·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oogontsteking oogontstekingen
verkleinwoord oogontstekinkje oogontstekinkjes

Zelfstandig naamwoord

deoogontstekingv

  1. (medisch) een ontsteking van het oog

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord oogontsteking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.