oorde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oorde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈordə/
Woordafbreking
  • oor·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oren

oorde

  1. enkelvoud verleden tijd van oren
    • Ik oorde. 
    • Jij oorde. 
    • Hij, zij, het oorde. 

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.