openheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  openheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • open·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord openheid openheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deopenheidv

  1. het open zijn
     Het was prachtig en overweldigend geweest in de bergen maar ik verlangde naar de eenvoud en openheid van de woestijnheuvels van Noord-Californië die nu voor me lagen.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord openheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.