openluchtfestival

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  openluchtfestival    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • open·lucht·fes·ti·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord openluchtfestival openluchtfestivals
verkleinwoord openluchtfestivalletje openluchtfestivalletjes

Zelfstandig naamwoord

hetopenluchtfestivalo

  1. (muziek) feestelijke bijeenkomst in de buitenlucht
     Langs de Unterleutner Landstrage stonden de auto's in lange rijen geparkeerd als bij een openluchtfestival; er stonden zelfs touringcars tussen.[1]
     In het Haagse Zuiderpark is Parkpop aan de gang, het grootste gratis openluchtfestival van Nederland. Zo'n 250.000 festivalgangers zijn op het evenement afgekomen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord openluchtfestival staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
  2. Weblink bron “250.000 festivalgangers op Parkpop” (zondag 26 juni 2011, 18:42), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.