opgooi

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opgooi    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔpxoj/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • op·gooi
Woordherkomst en -opbouw
  • ww:  opgooien ww  zonder de uitgang -en
  • naamwoord van handeling van  opgooien ww 

Werkwoord

vervoeging van
opgooien

opgooi

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgooien
    • ... dat ik opgooi. 
enkelvoud meervoud
naamwoord opgooi opgooien
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deopgooim

  1. worp omhoog, vaak een beginhandeling bij sport of spel

Gangbaarheid

  • Het woord opgooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.