opkopen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opkopen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·ko·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opkopen
kocht op
opgekocht
zwak -cht volledig

Werkwoord

opkopen

  1. overgankelijk in zijn geheel kopen van een verzameling artikelen
    • Projectontwikkelaars met plannen om langs het strand hotels te bouwen, hebben de grond opgekocht. 
    • De failliete inboedel werd opgekocht door een handelaar. 
  2. overgankelijk kopen, overnemen van een bedrijf
    • Buitenlandse energieleveranciers kopen Nederlandse bedrijven op. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opkopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.