opletten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opletten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔplɛtə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- op·let·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op bw en letten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opletten |
lette op |
opgelet |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
opletten
- inergatief bij voortduring aandachtig zijn
- Als je tijdens de les niet oplet, moet je niet vreemd opkijken dat je een onvoldoende krijgt.
- ▸ De afdaling vanaf Sonora Pass viel me erg tegen, het pad was opvallend lastig met veel los gruis waardoor ik goed moest opletten om niet van de steile vulkaanhelling af te glijden.[1]
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord opletten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opletten" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.