opnemer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opnemer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·ne·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opnemer opnemers
verkleinwoord opnemertje opnemertjes

Zelfstandig naamwoord

deopnemerm [1]

  1. iets dat of iemand die opneemt
Hyponiemen
Verwante begrippen
  • transducer

Gangbaarheid

  • Het woord opnemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.