opossum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opossum    (hulp, bestand)
  • IPA: /oˈpɔsʏm/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • opos·sum
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels opossum, in de betekenis van ‘buideldier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1662 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord opossum opossums
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deopossumm

  1. (buideldieren) benaming voor zoogdieren uit de familie Didelphidae , die voorkomen in Amerika
  2. (materiaalkunde) bont van de buidelrat
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opossum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.