opperarm

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opperarm    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·per·arm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opperarm opperarmen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deopperarmm

  1. (anatomie) bovenarm
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord opperarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.