oprisping

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oprisping    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·ris·ping
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van oprispen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord oprisping oprispingen
verkleinwoord oprispinkje oprispinkjes

Zelfstandig naamwoord

deoprispingv

  1. het weer naar boven komen van iets dat ingeslikt was
    • Doe Anneke haar slabbetje even om, er komt vast weer een oprisping! 
  2. overdrachtelijk een onverwachte en onbedoelde uitspraak
    • Met die oprisping zette hij veel kwaad bloed. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oprisping staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.