oproller
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oproller (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·rol·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oproller | oprollers |
verkleinwoord | oprollertje | oprollertjes |
Zelfstandig naamwoord
de oproller m
- (kreeftachtigen) een landpissebed uit de geslachten Armadillidium en Eluma bekend om zijn neiging zich in een bal op te rollen bij gevaar
- (veelpotigen) Glomeris marginata in Nederland en België een vrij algemene soort uit de klasse van de miljoenpoten (Diplopoda )
Hyperoniemen
Synoniemen
- [1] rolpissebed
Hyponiemen
- strandoproller
- neusoproller
- bosoproller
- kleuroproller
- prachtoproller
- gewone oprolpissebed
- paarse oproller
Gangbaarheid
- Het woord 'oproller' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.