opstaand
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opstaand (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔpstant / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- op·staand
Woordherkomst en -opbouw
- opstaan ww met de uitgang -d
Werkwoord
vervoeging van: | opstaan |
verbogen vorm: | opstaande |
opstaand
- onvoltooid deelwoord van opstaan
- bijwoordelijk gebruikt
- Snel opstaand rende hij naar de overkant.
stellend | |
---|---|
onverbogen | opstaand |
verbogen | opstaande |
partitief | opstaands |
Bijvoeglijk naamwoord
opstaand
- overeind geplaatst
- De tafel had een opstaande rand.
Afgeleide begrippen
- opstaander
Gangbaarheid
- Het woord opstaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opstaand" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.