opstaand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opstaand    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔpstant/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • op·staand
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: opstaan
verbogen vorm: opstaande

opstaand

  1. onvoltooid deelwoord van opstaan
  2. bijwoordelijk gebruikt
    • Snel opstaand rende hij naar de overkant. 
stellend
onverbogen opstaand
verbogen opstaande
partitief opstaands

Bijvoeglijk naamwoord

opstaand

  1. overeind geplaatst
    • De tafel had een opstaande rand. 
Afgeleide begrippen
  • opstaander

Gangbaarheid

  • Het woord opstaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.