opstijging
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opstijging (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·stij·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opstijging | opstijgingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de opstijging v [1]
- het oprijzen in de hoogte
- gevoel van ongesteldheid
- ▸ Het proces van opstijging wordt gestuwd door Eros met zijn enorme impuls en kracht.[2]
- ▸ 'Zegt u eens, goede vriend, hebt u last van windenlaterij, een zwaar gevoel in de onderbuik en opstijgingen van rotte lucht? 'Nog dieper tastte Bergsma in hem door: hij liet zijn ziel nu los en greep hem bij het ingewand.[3]
Synoniemen
- [2] opvlieging, opvlieger
Gangbaarheid
- Het woord opstijging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Ineke Sluiter“Socrates” (2016), Amsterdam University Press , ISBN 9789089646224
- ↑ “Gewassen vlees” (1994), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9021479737
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.