opstralen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opstralen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·stra·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

opstralen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opstralen
straalde op
opgestraald
zwak -d volledig
  1. met een straal naar boven brengen
  2. van licht: naar boven schijnen

Gangbaarheid

  • Het woord opstralen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.