opvrijen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opvrijen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·vrij·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opvrijen
vree op
vrijde op
opgevreeën
opgevrijd
klasse 1

zwak -d

volledig

Werkwoord

opvrijen [1]

  1. overgankelijk de partner in de stemming brengen
  2. overgankelijk trachten iets gedaan te krijgen

Gangbaarheid

  • Het woord opvrijen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.