organisten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  organisten    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • or·ga·nis·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord organisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deorganistenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord organist
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) een geslacht Chlorophonia  van zangvogels uit de vinkachtigen (Fringillidae )
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord organisten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.