oudje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oudje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oud·je
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord oudje oudjes

Zelfstandig naamwoord

hetoudjeo dim. tant.

  1. persoon op leeftijd
    • De oudjes doen het nog best. 

Gangbaarheid

  • Het woord oudje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.