overgeblevene

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overgeblevene    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·ge·ble·ve·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overgeblevene overgeblevenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deovergeblevenev/m

  1. persoon die er nog is terwijl de anderen zijn verdwenen
     Pan stak zijn hand uit naar de vijf overgeblevenen en schudde elk om de beurt de hand.[1]
     Toen waren wij de enig overgeblevenen in het restaurant.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord overgeblevene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Liu Cixin
    “Het drielichamen probleem” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645798
  2. J. Bernlef pseud. van Hendrik Jan Marsman
    Hersenschimmen” (1984), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021408057
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.