overscholing

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overscholing    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·scho·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overscholing overscholingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deoverscholingv

  1. het meer geschoold zijn dan voor de uitoefening van een bepaalde functie noodzakelijk is

Gangbaarheid

  • Het woord overscholing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.